Top

Voelen x Denken = Doen

Het doen is vaak een resultante van voelen en denken

Voelen

“Voelen” is de ene motivatie om tot actie (doen) over te gaan.<br /> Ons gevoel wordt geactiveerd door de (ingebeelde) relatie. Het “geloof” in de ander is altijd gebaseerd op onbewuste gevoelens. De “relatie” tussen twee personen komt altijd onbewust tot stand en is gebaseerd op een uitwisseling van tekens. Deze tekens vertegenwoordigen een metaforische taal, wat wil zeggen dat het teken dat vertegenwoordigt waar het niet voor staat. Daarmee bedoelen we dat wij een bepaald gedrag van de ander vragen dat het tegenovergestelde is van wat wij onbewust mededelen aan de ander. Stel dat ik tekens van “inschikkelijkheid” uitstraal naar de ander, dan vraag ik juist om leiding van de ander. Stel dat de ander gehoor kan geven aan de oproep dan zal hij onbewust als antwoord “sturend gedrag” – in de vorm van onbewuste tekens – gaan communiceren (metacommunicatie). Beide vormen van gedrag passen bij elkaar, dit wordt ook wel een “complementaire relatie” genoemd. De relatie vult elkaar letterlijk aan. Metacommunicatie is een communicatie met behulp van onbewust uitgewisselde tekens. Deze onbewust gecommuniceerde tekens zijn ook wel beter bekend als:</p> <p>· Lichaamstaal, inclusief onze gezichtsuitdrukkingen: visuele tekens</p> <p>· Klankhoogte, sterkte en intensiteit door gebruik van onze stem: auditieve tekens</p> <p>· Aanrakingen: kinesthetische tekens</p> <p>Metacommunicatie is dus communicatie over communicatie.

q

Denken

“Denken” is de tweede motivator om onze actie (het doen) in een bepaalde richting te bewegen. Het denken behoort tot onze directe bewuste communicatie. De “ratio” is ons vermogen om logisch na te denken. De hoofdreden dat wij bewust kunnen denken is om onszelf letterlijk “staande” te kunnen houden in de ons omringende (fysieke) wereld. Volgens Maslow dus om onze primaire biologische behoeften en veiligheid & zekerheid zeker te stellen. Wij kopen ons brood bij de bakker door middel van directe communicatie. Door middel van het gesproken woord brengen we op een directe manier onze denkactie over</p> <p>naar de ander. De woorden/begrippen “staan” voor wat we ook bedoelen te zeggen. Natuurlijk kunnen we ook woorden gebruiken om gevoelens uit te drukken, maar de woorden krijgen hun lading door de onbewuste communicatie die ermee gepaard gaat. Deze directe communicatie is dus een slechte basis om een relatie te vormen, maar een uitstekende manier om doel-bewust procesmatig werk te verzetten. In organisaties is het een uitstekende taal om “heel bewust” strategische processen in werking te zetten. Zo is de primaire reden dat mensen zich organiseren in gedifferentieerde groepen om verschillende strategische deelprocessen voor hun rekening te nemen

q

Doen

“Doen” is de resultante van denken en voelen. Het voelen is het duwtje in de rug om daadwerkelijk te gaan doen. Het denken gaat de richting bepalen van ons doen (en kan in die zin ook weer voor motivatie zorgen). Het doel van georganiseerd werken (organisatie) is het realiseren van een bepaald klantwaarde: we denken bewust na over de (strategische)processen om een bepaalde klantwaarde te ontwikkelen (kwantitatief meetbare doelen) en het gevoel is de voorwaarde om ook de gewenste kwaliteit te leveren.

Cultuur x Strategie = Klantwaarde

Hogere klantwaarde is het resultaat van de juiste cultuur met de bijbehorende strategie.

q

Cultuur

Cultuur vormt de brandstof voor de motivatie van zowel de groep alsook het individu. De hoogte van deze motivatie is recht evenredig met het aantal complementaire relaties in de organisatie. Veel complementaire relaties betekent dan men elkaar heel goed aanvult in de organisatie wat voor een hoog gemotiveerde mensen zorgt.</p> <p>Komt de organisatie voldoende tegemoet aan de eisen van zowel het individu en de groep? Eisen kan men zien in het licht van naar wat voor soort complementaire relaties men op zoek is. De volgende vragen komen daarbij aan de orde:</p> <p>· Krijg ik het gevoel dat ik mijn talenten hier volledig mag (en kan) benutten?</p> <p>· Wil ik verantwoording afdragen over mijn prestatie?</p> <p>· Worden de kaders waarbinnen ik mij (en de groep) mag bewegen goed aangegeven?</p> <p>· Wil ik verantwoordelijkheid nemen (voor de groep)?</p> <p>· Wil ik mij overgeven aan de organisatie/de groep?</p> <p>· Kan ik hier betekenisgevend werk verrichten?</p> <p>Per cultuur zal de nadruk steeds op andere vragen liggen, maar feit is dat alle bovenstaande vragen belangrijk zijn in relatie tot wat men zoekt in een organisatiecultuur.

q

Strategie

Strategische processen moeten aan bepaalde eisen voldoen om uiteindelijk de gewenste klantwaarde te realiseren. Deze strategische processen hebben wij voor u gebundeld in vier categorieën:</p> <p>· Organisatie</p> <p>· Kernprocessen</p> <p>· Managementsystemen</p> <p>· It</p> <p>· Cultuurbeschrijving</p> <p>Deze strategische processen verschillen per categorie omdat deze processen zijn afgestemd op de soort klantwaarde die men nastreeft.

q

Klantwaarde

Uiteindelijk gaat het om de verschillende behoeften van de klant die moeten worden ingevuld. De klantwaarde is leidend en daarmee als het ware het startpunt voor een organisatie. Organisaties kunnen grofweg drie verschillende soorten klantwaarde nastreven:</p> <p>1. Extrinsieke klantwaarde</p> <p>2. Intrinsieke klantwaarde</p> <p>3. Strategische klantwaarde

Klantwaarden

Soorten klantwaarde die we wensen te creeren

Dit is waarde die buiten het product zelf ligt. Om deze waarde specifiek te kunnen bepalen wordt er vaak in klantteams gewerkt om maatwerk te leveren. Het gaat om de indirecte toepassing van het product of dienst. Het product/dienst moet een achterliggend probleem oplossen. Het achterliggende probleem betreft vaak een probleem dat gerelateerd is aan het probleem waar de klant in eerste instantie een oplossing voor vraagt. Vandaar de bekende uitspraak: geeft de klant nooit de oplossing – voor het probleem – waar hij naar vraagt. De “indirecte toepassing” geeft oplossingen voor de consequenties van het oorspronkelijk bedachte probleem. Vaak wordt er daarom gewerkt in klantteams om op een effectieve manier de grootste waarde aan ondersteunende processen van de klant te geven. Als de ondersteunende (secundaire) processen maximaal effectief zijn dan kunnen organisaties hier maximaal voor hun core business (primaire proces) van profiteren!

Learn More

Dit is waarde die binnen het product of dienst zelf ligt. Je weet als producent eigenlijk al wat de vraag van de klant is (die hoef je niet nog eens te gaan ontdekken, zoals bij

extrinsieke klantwaarde creatie). Ja kan je nu volledig concentreren om je interne (productie)processen zo “lean” mogelijk te maken. Alle processen zijn er op gericht om ze zo efficiënt als mogelijk in te richten. De eigen ondersteunende processen dienen zo efficient mogelijk te worden ingericht om tot een zo laag mogelijke integrale kostprijs te komen, zodat de winst per transactie veilig kan worden gesteld. De oplossing voor de klant ligt in de directe toepassing van het product/dienst. Hier is als het ware een klikbare oplossing voor de klant bedacht die panklaar in de (productie)keten van de klant past.

Learn More

Hier betreft het waarde die je samen met de klant gaat creeren. De klant heeft een strategisch probleem als het een probleem betreft die direct zijn core business raakt (het primaire proces). Als het echt een strategische samenwerking betreft dan is hier meestal veel geld mee gemoeid omdat de verschillende afdelingen van beide organisaties intensief samen gaan werken. Er ontstaat dan een “Joint venture” achtige samenwerking waarbij de klant op strategisch niveau niet helemaal op eigen kracht het nieuw te ontwikkelen product kan maken. In de ontwerpfase van de organisatie wordt het probleem op de strategische agenda gezet en vervolgens probeert men een bijpassende leverancier te zoeken die (evenals zij) topproducten maakt. Wil je strategische klantwaarde kunnen leveren dan moet je je oprecht in kunnen leven – affectieve waarde – in het bedenken van nieuwe oplossingen voor de klant.

Learn More